Tweejaarlijks worden tussen artsen, ziekenfondsen en de overheid tarieven vastgelegd in een overeenkomst waarbij vastgelegd wordt hoeveel het ziekenfonds zal tussenkomen. Deze overeenkomst wordt ook conventie genoemd. Elke arts beslist zelf of hij/zij al dan niet tot deze conventie toetreedt. Er zijn drie mogelijke situaties:
Geconventioneerde zorgverstrekkers
Deze zorgverstrekkers aanvaarden het akkoord met de ziekenfondsen volledig en respecteren de afgesproken maximumtarieven. Zij rekenen geen ereloonsupplementen aan tenzij de patiënt andere eisen stelt en bijvoorbeeld een eenpersoonskamer kiest.
De horonoraria of erelonen zijn vergoedingen waarmee je de onderzoeken en behandelingen betaalt, zoals aan artsen, kinesisten, vroedvrouwen enz. Deze zijn wettelijk vastgelegd door het RIZIV.
Gedeeltelijk geconventioneerde zorgverstrekkers
Deze zorgverstrekkers aanvaarden het akkoord met de ziekenfondsen slechts gedeeltelijk. Zij respecteren de afgesproken maximumtarieven enkel op bepaalde plaatsen (bijvoorbeeld in de privépraktijk of een ziekenhuispraktijk) of op bepaalde dagen of tijdstippen. Alleen de artsen en tandartsen kunnen gedeeltelijk geconventioneerd zijn.
Niet-geconventioneerde zorgverstrekkers
Deze zorgverstrekkers aanvaarden het akkoord met de ziekenfondsen niet. Dit betekent dat de zorgverstrekker vrij de tarieven bepaalt.
Op deze website vind je bij elke arts of hij/zij geconventioneerd, gedeeltelijk geconventioneerd of niet-geconventioneerd is.